Vanuit verschillende kanten kreeg Caviawijzer te horen over het Chlamydia caviae-onderzoek. In de eerste plaats vanuit de Faculteit Diergeneeskunde, in de tweede plaats van de fokkers. Met name onder hen leven er vragen over de reden en gevolgen van het betreffende onderzoek. Caviawijzer heeft de belangrijkste vragen voor je uitgezocht. De antwoorden zijn samen met de onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht tot stand gekomen en tref je op deze pagina.
Waarom is deelnemen belangrijk?
Middels dit onderzoek wordt er meer kennis verkregen in een ziekteverwekker van de cavia en in zekere zin worden ook risico’s voor de mens in kaart gebracht. Vooralsnog is het niet bekend hoe groot of klein dit risico is. Op basis van de werkelijk verrichte metingen kunnen betere adviezen worden geformuleerd. Adviezen die de zorg voor en gezondheid van cavia’s alleen maar ten goede komen. Maar het is ook ten bate van de gezondheid van mensen en cavialiefhebbers in het bijzonder. Caviawijzer vindt het belangrijk dat dit onderzoek kan worden uitgevoerd en adviseert je eraan deel te nemen.
Waarom is het belangrijk dat het Chlamydia caviae-onderzoek wordt uitgevoerd?
Chlamydia caviae is een bacterie die bij cavia’s vooral rondom het oog aanwezig is en een oogontsteking (conjunctivitis) kan veroorzaken. Middels onderzoek naar Chlamydia caviae bij cavia’s willen de Universiteit Utrecht en Wageningen Bioveterinary Research onderzoeken in hoeverre Chlamydia caviae daadwerkelijk voorkomt bij cavia’s. De reden dat de faculteit zich richt op deze ziekteverwekker, is dat deze bacterie ook bij de mens tot ziekte kan leiden. De bacterie is zoals dat heet zoönotisch, ofwel overdraagbaar van dier naar mens.
In de afgelopen jaren zijn er enkele mensen met een ernstige levensbedreigende longontsteking opgenomen in het ziekenhuis (1). Onderzoek toonde aan dat zij besmet waren met Chlamydia caviae, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van hun eigen cavia. De besmetting bij deze mensen verliep vele malen heftiger dan bij cavia’s. Echter kan de bacterie ook bij cavia’s soms leiden tot een ernstige longontsteking of bij zwangere zeugen spontane abortus veroorzaken.
Ondanks dat het een klein aantal mensen betrof, is de ernst van het verloop van de ziekte bij mensen een reden om te onderzoeken in hoeverre de bacterie voorkomt bij cavia’s. Daarnaast: of er een verband is met luchtwegproblemen bij de mens.
Ook voor de cavia zelf is het onderzoek van belang, want longontstekingen komen regelmatig voor bij cavia’s. Chlamydia caviae kan daar een rol in spelen en met onderzoek is het vast te stellen of dat inderdaad zo is.
Wat is het doel van het onderzoek en de uitkomsten?
Een juiste manier om erachter te komen in hoeverre de Chlamydia caviae-bacterie voorkomt bij de cavia, is door dit te onderzoeken in zoveel mogelijk cavia’s. Immers meten = weten.
Het Chlamydia caviae-onderzoek heeft zich het doel gesteld de vraag in hoeverre de bacterie voorkomt bij cavia’s te beantwoorden. In de tweede plaats is het belangrijk om te onderzoeken of en hoe vaak Chlamydia caviae kan leiden tot problemen bij de mens. Ofwel hoe groot is het risico voor de mens en wat zijn eventuele bronnen van infectie? Al zal deze laatste vraag niet volledig beantwoord kunnen worden met dit onderzoek. Wel wordt onderzocht of er een mogelijk verband aanwezig is tussen luchtwegproblemen bij de houder en het voorkomen van Chlamydia caviae bij de gehouden dieren.
Het onderzoek brengt eigenlijk in kaart of er wel een probleem is. Indien zo, wat is dan de omvang? Wat de uitkomst ook zal zijn, de resultaten worden uitsluitend benut om tot goede oplossingen te kunnen komen, die de gezondheid van zowel de cavia als mens ten goede komen.
Waarom nu (pas)?
Mede dankzij nieuwe genetische onderzoekstechnieken kan er heden onderscheid gemaakt worden tussen verschillende Chlamydia-bacteriestammen. Tot enkele jaren geleden kon er geen onderscheid gemaakt worden tussen de Chlamydia caviae (de stam van cavia’s) en Chlamydia psittaci (de stam van vogels, die de zogenaamde papegaaienziekte kan veroorzaken). Hierdoor is het niet helemaal duidelijk of een besmetting bij de mens daadwerkelijk het gevolg is geweest van (alleen) contact met vogels, wat veelal wel aangenomen wordt. Of besmetting ook door contact met cavia’s kan worden veroorzaakt kon destijds nog niet worden onderzocht en is dus ook nooit uitgesloten. Ofwel het werkelijke risico voor de mens is nooit in kaart gebracht en is nu uitsluitend gebaseerd op een speculatie.
Door wie wordt het onderzoek uitgevoerd?
Het initiatief om dit onderzoek uit te voeren komt vanuit de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en Wageningen Bioveterinary Research. De faculteit Diergeneeskunde voert het onderzoek uit: student diergeneeskunde Marende de Gier; onder begeleiding van dr. Yvonne van Zeeland en dr. Nico Schoemaker, beide universitair docent en dierenarts-specialist bij de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren. Het onderzoek wordt (financieel) gesteund door de Dierenbescherming. Zij hebben overigens ook een bijdrage geleverd aan de opzet van het onderzoek.
Waarom is de Dierenbescherming betrokken bij dit onderzoek?
De Dierenbescherming vindt een gezonde en transparante sector belangrijk. Het geplande onderzoek zal enerzijds de mate van besmetting met Chlamydia caviae in kaart proberen te brengen. Anderzijds zal het bijdragen aan de kennis van mogelijke bronnen van besmetting. De informatie, verkregen middels het onderzoek, zal meer inzicht geven in de mogelijke risico’s op besmetting en ziekte bij mens én dier.
Wil jij bijdragen aan dit belangrijke onderzoek?
Het onderzoek richt zich in eerste instantie op cavia’s van hobbymatige en professionele fokkers, omdat deze dieren de basis vormen voor de caviapopulatie in Nederland.
Je kan deelnemen wanneer jij een caviafokker bent (hobby of professioneel) en meer dan één nest per jaar fokt én ook tenminste één show per jaar bezoekt met jouw cavia’s. Laat het de onderzoekers weten en stuur een e-mail naar caviaonderzoek@gmail.com.
Wat betekent deelname voor jouw als fokker aan het onderzoek?
Indien jij besluit deel te nemen aan het onderzoek, dan wordt van je gevraagd aan alle verschillende onderdelen mee te doen. Het onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Klinisch onderzoek van een select aantal dieren: dit is een kort, niet ingrijpend, onderzoek bestaande uit het luisteren naar de ademhaling, het bekijken van de ogen en eventuele neusuitvloeiing.
2. Ooguitstrijkje: met een vochtig wattenstaafje wordt materiaal afgenomen van het onderste ooglid bij een select aantal dieren. Er worden steeds twee type monsters afgenomen.
A. Verzamelmonster: van meerdere dieren wordt met een wattenstaafje een monster (swab) afgenomen, om globaal inzicht te krijgen in het voorkomen van de bacterie bij cavia’s die op de locatie aanwezig zijn.
B. Individuele monsters: van een select aantal dieren wordt een afzonderlijk uitstrijkje genomen. Deze monsters zullen in een later stadium geanalyseerd worden, wanneer de bacterie wordt aangetoond in de verzamelmonsters.
3. Mestmonster: omdat Chlamydia caviae mogelijk via het maagdarmkanaal wordt uitgescheiden worden ook enkele keutels uit het verblijf van de cavia’s verzameld. Hiermee kan worden vastgesteld of het onderzoeken van de mest in de toekomst ook mogelijkheden biedt om vast te stellen of een cavia de ziekteverwekker met zich meedraagt.
4. Enquête: geanonimiseerd in te vullen door de eigenaar, bestaande uit een twintigtal korte vragen.
Als deelnemende fokker aan dit onderzoek krijg je inzage in jouw eigen gegevens, dus in de individuele ingevulde enquête als ook uitslagen uit de medische testen van jouw eigen dieren. Alle overige betrokken partijen of belangstellenden krijgen uitsluitend inzage in data-overzichten zonder persoonlijke gegevens of namen van fokkers. Er wordt uitsluitend een provincie gekoppeld aan de data. Ook worden in geen geval persoonsgegevens gedeeld met derden of betrokken partijen.
Kan een andere fokker straks zien hoeveel Chlamydia caviae voorkomt in mijn stal?
Nee, dat is niet mogelijk. De Faculteit Diergeneeskunde verwerkt persoonsgegevens in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zij gaan vertrouwelijk om met alle persoonsgegevens en zullen zo snel mogelijk in het proces de data anoniem verwerken. Adressen en persoonsgegevens worden uitsluitend benut voor het bezoek aan de locatie, voor het afnemen van het onderzoeksmateriaal, en het doorgeven van de uitslagen, indien gewenst. Alle formulieren en bestanden, waarin persoonsgegevens van deelnemende fokkers vermeld staan, zullen uiterlijk na het doorgeven van de uitslag aan de individuele fokker worden vernietigd, waardoor de uitkomsten niet meer herleidbaar zijn naar jouw stal of persoon. Daarnaast worden geen persoonsgegevens van individuele fokkers opgenomen in de ruwe databestanden of gekoppeld aan andere documentatie.
Wat gebeurt er als er bij mijn dieren Chlamydia caviae wordt gevonden?
Indien het een besmetting betreft bij meerdere dieren, dan zal een vrijblijvend advies door een dierenarts worden gegeven. Bijvoorbeeld om een relatief eenvoudige en goed betaalbare behandeling toe te passen: gedurende een periode van zes weken een antibioticum toedienen. Je wordt nergens toe verplicht.
[1] Bart P. Ramakers, Marloes Heijne et al. ‘Zoonotic Chlamydia caviae Presenting as Community-Acquired Pneumonia’, The New England Journal of Medicine 377:992-994, 7 September 2017