Luchtweginfectie

Een reutelend geluid

Maakt jouw cavia een reutelend geluid? Eet je cavia goed, maar gaat het reutelende geluid niet weg? Ook niet na een dag? Ga dan met de cavia naar de dierenarts, want het kan zijn dat jouw dier een luchtweginfectie heeft.

Op deze pagina lees je hoe de dierenarts jouw cavia onderzoekt, welke behandeling er nodig is en wat je zelf kan doen.

LUCHTWEGINFECTIE

Hoe herken je een cavia met een luchtweginfectie?
Het lijkt een beetje op een verkoudheid bij mensen: de cavia niest vaak, heeft waterige ogen, knorgeluiden in de neus, reutelt, heeft een meer zichtbare buikademhaling (de buikpomp) en/of kan zelfs een hoestachtig geluid maken. Alleen is dit snotteren bij cavia’s helaas niet zo onschuldig. De reden dat wij liever spreken van luchtweginfectie. Qua gedrag kan de cavia wat slomer zijn bij meer ernstige ziekte, maar vaker zie je een luchtweginfectie niet aan het gedrag van jouw cavia. De “verkouden” cavia eet en poept gewoon door, alsof er niets aan de hand is.
Symptomen in het kort: Veel niezen, natte ogen, neusknorren, sterke buikademhaling (buikpomp), normale eetlust.

Hoe kan de dierenarts een luchtweginfectie vaststellen?
De dierenarts kan de luchtwegen onderzoeken. Dat doet de arts met een stethoscoop. Eigenlijk is dat gewoon een instrument dat het geluid van de ademhaling in de longen versterkt, zodat afwijkende geluiden beter te horen zijn. Daarnaast kan de dierenarts een röntgenfoto maken van de luchtwegen van de cavia om te bekijken of er kenmerken van infectie zichtbaar zijn in de bronchiën en longen. De cavia hoeft hiervoor niet onder narcose.
Diagnose: Onderzoek luchtwegen met stethoscoop, röntgenfoto.

Onderste of bovenste luchtweginfectie?

Heeft de cavia vooral last van klachten in neus en keelholte dan spreek je van een luchtweginfectie van de bovenste luchtwegen. Meer ernstige ziekte is een infectie van de onderste luchtwegen, waarbij ook de longen ontstoken kunnen zijn. Een longontsteking is een infectie van de onderste luchtwegen.

Wat is er op de röntgenfoto te zien?

Wanneer er tijdens het luisteren met de stethoscoop door de dierenarts afwijkingen zijn gehoord kan een röntgenfoto nodig zijn. Bijvoorbeeld om te onderzoeken of de benauwdheid van de cavia wordt veroorzaakt door een luchtweginfectie, hartprobleem of beide.  Het is belangrijk om dit te onderzoeken voordat er gestart wordt met een behandeling. Sommige antibiotica zijn geschikt om luchtweginfecties te verhelpen, maar schadelijk voor het hart. Als het hart al verzwakt is, kan het toedienen van dit type antibiotica ernstige gevolgen hebben voor de cavia.

Normaal

Op deze röntgenfoto zijn geen tekenen van infectie zichtbaar in de bronchiën of longen. Deze cavia heeft geen infectie in bronchiën of longen.

Luchtweginfectie of astma

Op deze röntgenfoto zijn lichte tekenen van infectie zichtbaar in de bronchiën. Deze cavia heeft licht geïnfecteerde luchtwegen of bronchitis (astma), nog geen longontsteking.

Longontsteking

Op deze röntgenfoto zijn witte wolkenachtige kenmerken te zien. Het zijn tekenen van infectie. Het is zichtbaar in de bronchiën en de longen. Deze cavia heeft dus een ernstigere luchtweginfectie: longonsteking.

Wat kan de dierenarts voor jouw cavia doen?
Een luchtweginfectie bij de cavia wordt door een ziekteverwekker veroorzaakt. Meestal een bacterie. Voor het bestrijden van de ziekteverwekker in de luchtwegen kan de dierenarts een antibioticum (doxycycline of Zithromax) voorschrijven.

Heeft de cavia een beginnende luchtweginfectie of zit de infectie vooral in de bovenste luchtwegen (neuskeelholte) dan start de dierenarts met doxycycline. Is het overduidelijk dat de cavia een longontsteking heeft, dan mag de dierenarts direct met Zithromax starten.

Naast het antibioticum is het belangrijk dat de dierenarts ook een pijnstiller-ontstekingsremmer (Metacam, meloxicam) voor jouw cavia meegeeft. Niet alleen om pijn te bestrijden, maar met name om blijvende schade aan de longen te voorkomen. De infectie en het bestrijden ervan kan namelijk blijvende schade aan het longweefsel veroorzaken.

Bij ernstige benauwdheid kan ook een behandeling met zuurstof nodig zijn. De cavia kan dan in een zogenaamde zuurstoftank geplaatst worden. De dierenarts zal de cavia dan opnemen.

Wanneer jouw cavia een ernstige luchtweginfectie heeft, dan kan de dierenarts ook geneesmiddelen voorschrijven voor verneveltherapie. Overleg wel altijd even met jouw dierenarts of verneveltherapie geschikt is voor jouw cavia. Het is bijvoorbeeld geen geschikte therapie bij acute (plots optredende) benauwdheid.

Behandeling in het kort: Een antibioticum (doxycycline, Zithromax) en pijnstiller/ontstekingsremmer (Metacam, meloxicam). Zuurstoftherapie indien nodig. Aanvullend (optioneel): Verneveltherapie.

Welk antibioticum werkt NIET bij luchtweginfecties?

Er zijn verschillende soorten antibiotica. Niet alle soorten zijn even geschikt voor het bestrijden van ziekmakende bacteriën in de longen. Sulfatrim is bijvoorbeeld niet geschikt, omdat dit type antibiotica niet goed doordringt in etter en slijm. Het middel werkt hierdoor niet goed.

Wanneer wisselen van antibioticum?

Heeft jouw cavia een milde infectie, maar treedt er binnen enkele dagen na het starten van het antibioticum geen enkel herstel op? Wordt het niet beter of zelfs slechter? Dan is het belangrijk dat de cavia een ander antibioticum krijgt. Maak dan snel opnieuw een afspraak bij de dierenarts.

Meestal krijg je van de dierenarts als eerste het antibioticum doxycycline (merknaam: Doxybactin). Als dat onvoldoende effect kan de dierenarts een andere type voorschrijven: azitromycine (merknaam: Zithromax).
Zithromax is te verkrijgen bij de humane apotheek, maar uitsluitend op recept. Jouw dierenarts kan zo’n recept maken.

Wat kun je zelf doen?
1. Controleer of je de juiste medicatie hebt meegekregen (een antibioticum en pijnstiller-ontstekingsremmer). Vervolgens is het belangrijk dat je de medicatie volgens de aanwijzingen van jouw dierenarts aan de cavia geeft. Kies vaste momenten waarop je de medicatie geeft, sla geen dag over en maak de kuur helemaal af.

2. Ga op tijd terug naar de dierenarts als het niet beter of zelfs slechter wordt. Wanneer de verschijnselen binnen een dag verslechteren bij jouw cavia, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de dierenarts. Een slecht behandelde luchtweginfectie kan in sommige gevallen al snel leiden tot een middenoorontsteking en uiteindelijk zelfs een hersenvliesontsteking. In dat stadium wordt behandelen zeer lastig en is de kans groot dat de cavia overlijdt.

3. Vlak voor het einde van de kuur is het raadzaam de dierenarts nog eens goed naar de longen te laten luisteren. Zeker als je twijfelt of de infectie wel echt weg is. Indien nodig kan de dierenarts op dat moment de antibioticumkuur nog verlengen.

4. Door het gebruik van antibiotica kunnen er bijwerkingen ontstaan. Cavia’s kunnen er misselijk van worden en daardoor stoppen met eten. Merk je dat jouw cavia niet eet? Voer jouw lieverd dan bij met tarwegras of Body Build van Cavycare. Vergeet ook het vocht niet. Denk bijvoorbeeld aan stukjes komkommer of wat water dat je kan geven met een 1ml-spuitje.

Astma?

Wanneer meerdere antibioticakuren geen verbetering van de klachten geven, maar op de röntgenfoto wel tekenen van ontsteking te zien zijn. Dan kan het zijn dat jouw cavia astma heeft.

VERANTWOORDING
In de diergeneeskunde kan niet altijd geput worden uit grote klinische studies, waarin veel dieren zijn onderzocht. Nieuwe inzichten in diagnose en behandeling kunnen voortkomen uit: bestaande wetenschappelijke kennis, resultaten uit medisch onderzoek (proefdieronderzoek), specifiek diergeneeskundig onderzoek en ervaringen uit de dierenartspraktijk. Ook kan een methode of behandeling gebaseerd zijn op een combinatie van wetenschappelijke onderbouwde argumentatie t.a.v. een onderwerp en klinische ervaring uit de praktijk, een zogenaamde ‘expert opinion’.

GERAADPLEEGDE BRONNEN
– McGavin MD, Zachary JF.  ‘Pathologic Basis of Veterinary Disease’, Elsevier (2007).
– Meurs H et al. , ‘A guinea pig model of acute and chronic asthma using permanently instrumented and unrestrained animals’, Nat Protoc. 1(2): 840-7 (2002).
– Cetlin et al., ‘Laboratory Animals’ 39, 100–106 (2005).

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 14-6-2023

Inhoud van deze website is onderheven aan veranderingen, tevens beschermd met auteursrechten. Deel de link, niet de schermafbeelding!